Nepboter heet margarine, nepkrab heet Surimi en, als het aan de Keuringsdienst van Waarde ligt, heet nepkaas nu melta. De programmamakers introduceerden het nieuwe woord in hun uitzending van 4 maart 2010. De bedoeling is dat fabrikanten van kant-en-klaar maaltijden duidelijk kunnen zijn over wat er in hun producten zit — met een goed klinkend woord dat wél aan kaas doet denken, maar er géén verwarring mee oproept.
Globrands naming & strategy heeft het woord ’melta’ ontwikkeld en als merk geregistreerd. “Maar iedereen mag het voor nepkaas gebruiken,” aldus Globrands.
Wat in veel kant-en-klaarproducten als kaas wordt gepresenteerd, is grotendeels namaak. Je vindt het in de ingrediënten terug als ‘palmolie’, ‘zetmeel’ en nog een paar termen. Geen fabrikant zegt immers dat er imitatiekaas in zijn product zit.
De makers van echte kaas vinden dit niet eerlijk en als consument weet je niet waar je aan toe bent. Daarom is de Keuringsdienst van Waarde hier in gedoken.
Het kon zover komen omdat er tot nu toe geen woord voor imitatiekaas was, dat je met goed fatsoen op een verpakking kan zetten. Voor nepboter kent iedereen het woord: margarine. En nepkrab is surimi. Door imitatiekaas vanaf nu melta te noemen, krijgen fabrikanten van kant-en-klaarmaaltijden de mogelijkheid ook hierover duidelijk te zijn.
In de uitzending wilden de melta-fabrikanten nog geen reactie geven, maar europarlementariër Esther de Lange (CDA) onderschrijft wel degelijk het probleem. Ze is enthousiast over de nieuwe term. De Lange: “Het kán melta gaan heten, in de praktijk.”