Wet langdurige zorg (Wlz): naam voor wet

Hervorming Langdurige Zorg

bron: Rijksoverheid

Het kabinet wil de AWBZ vanaf 2015 ingrijpend hervormen. De oude AWBZ, die al sinds 1968 bestaat, is één van de laatste nog Algemene Wetten. In het nieuwe stelsel zal echter passendheid de rode draad zijn: er is in de zorg meer maatwerk nodig.

Alleen de zwaarste, langdurige zorg wordt straks nog vergoed uit de AWBZ en geregeld via de Rijksoverheid. Lichtere vormen van AWBZ-zorg gaan naar gemeenten (zorg aan huis) of worden geregeld via de zorgverzekering (medische zorg). Daarnaast wordt de eigen bijdrage voor cliënten hoger en wordt het eigen vermogen meegenomen in de berekening.

opdracht

Deze andere aanpak betekent ook een andere naam. Er bestaat een werktitel, namelijk Wet Langdurige Intensieve Zorg, maar de vraag is in hoeverre deze de lading dekt: gaat het wel altijd om langdurige zorg en is de zorg wel zo intensief? Waarin zit precies het onderscheid met vergelijkbare wetten die er komen?

Globrands wordt door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gevraagd om de essentie en randvoorwaarden voor het benoemen van deze wet scherp te stellen en met geschikte namen voor de wet te komen.

resultaat

Al snel blijkt dat de term ‘Wet’ een noodzakelijk onderdeel van de naam is. Belangrijke thema’s zijn:  leven & wonen, totaalpakket, passendheid, solidariteit, continu beschikbaar zijn van zorg (maar niet per se continu zorg). De mensen op wie de wet betrekking heeft zijn de meest kwetsbare en zwaarste groep. De toon mag niet te negatief zijn, maar zeker ook niet te optimistisch of aantrekkelijk.

Talloze invullingen van deze thema’s blijken onbedoelde bijbetekenissen te hebben. Te vermijden termen zijn bijvoorbeeld functionele termen zoals ‘begeleiden’ of ‘verzorgen’ en de suggestie mag niet gewekt worden dat het speciaal om de combinatie zorg en wonen gaat.

Uiteindelijk is gekozen voor de naam “Wet Langdurige Zorg.”

De Tweede Kamer stemt op 24 april 2014 in met de nieuwe wet.