#Schnitzelgate? Dat is zó 2012.

Mag je een worst een worst noemen als hij vegetarisch is? De discussie is onlangs weer opgelaaid. VVD-Kamerleden Erik Ziengs en Helma Lodders spreken van misleiding van de consument en willen een verbod op ‘vleesproducten’ waar geen vlees in zit. Maar juist dankzij de slimme aanduidingen, zoals ‘gehackt’ en ‘kipstuckjes’, schieten de Kamerleden zichzelf in de voet. Zij brengen de gewraakte producten juist extra onder de aandacht. Intussen zal de wetgeving waar zij om vragen, er om taalkundige redenen niet kunnen komen.

eigen merktaal

Het is geen nieuw onderwerp. Ziengs en Lodders graven de strijdbijl van CDA Kamerlid Jaco Geurts weer op, die in 2012 Jaap Korteweg, oprichter van de Vegetarische Slager, beschuldigde van het veroorzaken van verwarring door vegetarische imitatieproducten te benoemen naar het vlezige origineel. Dat was een aanleiding voor Korteweg om in plaats van letterlijk naar de vleesvarianten te verwijzen, zijn eigen merktaal te ontwikkelen met aanduidingen als Speckjes en Visvrije Tonyn.

duidelijkheid

En nu staan Ziengs en Lodders dus vooraan in de linie, met achter zich de agrarische sector, bezorgd om het steeds bredere en aan populariteit winnende vegetarische schap. Hun begrijpelijke argument: de consument moet weten wat hij of zij eet en dit moet duidelijk op de verpakking vermeld worden.

Maar dit zijn de reacties:

“In gespannen afwachting van aanvalsplan VVD tegen dropveter, slavink, kokosmelk, vleestomaat, pindakaas en alcoholvrij bier.” – Steven van Weyenberg, D66 Kamerlid.

En:

“Paniek bij mijn groenteboer vanmiddag! Alles waar vruchtvlees in zit moet uit het assortiment.”

En:

“Lulkoek #schnitzelgate”

Jaap Korteweg kan dus in zijn handen knijpen. Op Facebook vermeldt hij dat de verkopen enorm zijn gestegen sinds de Kamervragen.

bestaande taal houdt zich niet aan wetten

Het citaat van Van Weyenberg laat ook zien waarom de door Ziengs en Lodders voor bepleite wetgeving niet realistisch is: onze prachtige taal zit al eeuwen vol met aanduidingen voor etenswaar die naar iets compleet anders refereren. Zoals katjesdrop, zigeunerschnitzels en kidneybonen. Het is onmogelijk om deze allemaal aan te passen en te benoemen naar de ingrediënten. Bovendien krijg je dan onpraktische aanduidingen als “op-suiker-en-dropextract-gebaseerd-snoepwaar-in-de-vorm-van-een-katachtig-(huis)dier.”

De Vegetarische Slager als afzendermerk

Daarnaast valt het met de verwarring wel mee. De aanduidingen zijn verbonden aan het merk ‘Vegetarische Slager’, dat glashelder aangeeft dat de producten vegetarisch zijn. En vergeet de kracht van communicatie niet. Een verklarende regel als “op basis van soja, rijk aan eiwitten” stelt de consument gerust dat er heus geen verdwaalde échte kip in te vinden is.

verbeeldende naamgeving

Verbeeldende naamgeving, zoals Gehackt en Kipstuckjes, heeft de functie om herkenning en een beeld op te roepen. Dat mogen merknamen doen en consumenten snappen het.

Benieuwd naar wanneer het volgende Kamerlid dit strijdbijltje weer afstoft, kauw ik intussen verder op mijn Biggetjes en Apenkoppen. Voelen ze toch niets van.